User:Caribiana/Sandbox/Arte - Kòrsou/Boneiru

Atardi ta un poema di Jo Corsen skirbi na .. na papaimentu. Op 27 september 1905 publiceerde La Cruz het toen nog geenszins bekende 'Atardi', ondertekend met Jos C.[1] Het gedicht van Corsen is oorspronkelijk in La Cruz verschenen en later, na het overlijden van J.S.Corsen, opgenomen in zijn poëziebundel Poesias, een bundel met Spaanstalige gedichten, waar achterin drie gedichten in het Papiamentu waren opgenomen. [2] Al in 1905 werd Atardi vertaald in het Engels door G.Pinedo. Corsen heeft zijn gedicht zelf in het Spaans vertaald, twee en waarschijnlijk zelfs drie keer. Aanvankelijk dacht Rutgers dat de derde vertaling van Goilo was, maar uit net manuscript dat Henri Habibe kende, zou blijken dat de derde vertaling van Corsen zelf was. Ook Sidney Joubert heeft het gedicht Atardi nog eens in het Spaans vertaald. Naast de Engelse en Spaanse vertalingen zijn crook minstens drie Nederlandse vertalingen geweest van: P.J. Poiesz, Luc Tournier en Cola Debrot zelf. [3]

Interessant is het feit dat tussen Corsens nagelaten manuscripten, zich drie Spaanse versies bevonden van de romantische Atardiklacht'. Deze versies heeft schrijver dezes onder ogen kunnen krijgen doordat hij bevriend was met Chal Corsen, de kleinzoon van Joseph Sickman Corsen.[4] Het gedicht van Jo Corsen, dat het best bekend staat, is Atardi. Dit gedicht mag wel beschouwd worden als de bakermat van dePapiamentstahge poëzie, do Corsen heeft met deze compositie een juweel gelegd in de wieg van de Papiamentse poëzie. Zoals gezegd bestaan er drie versies van de'Avondschemering' in het Spaans. Het zijn: Puesta del Sol, Cae el Sol en Al atardecer. Ze staan in deze volgorde achter elkaar in wat de primer tomo (eerste deel) werd genoemd (blz. 174- -182). De twee laatste werden echter niet in de bundel Poesias van Jo Corsen opgenomen, die in 1914 posthuum verscheen. De manuscripten waren in het bezit van Chal Corsen, maar bevinden zich thans op de UNA, mede door bemiddeling van schrijver dezes. De eerste strofe van Puesta del Sol luidt: La causa de mi pesar No la sé;pero vn suspiro Se me escapa cuando miro Hundirse el sol en el mar. Dezelfde strofe vanAl atardecer klinkt identiek, alleen wordt nu - in plaats van het ontkennende: niet weten wat de oorzaak van de smart is -de angstgevoelens met een vraag geformuleerd iPor qué lanzo con pesar Melancólico suspiro En la tarde cuando miro Hundirse el sol en el mar?

Het is opvallend dat Corsen in de drie Spaanse versies van Atardi .tot een andere stijl geraakte dan in zijn vorige poëzie. Fred de Haas merkte terecht op dat Corsens Spaanstalige poëzie over het algemeen neigt naar de stijl van Ramón de Campoamor (1817-1901) en van José Zorrilla (1817-1893). Aan deze namen kunnen wij gerust ook die van José de Espronceda (1808-1842) toevoegen (vgl. Corsens Epi- stola met Himno al Sol van Espronceda, stilistisch ges- proken). De gezwollenheid van taal, die Corsen in zijn eerdere gedichten bezigde, is in de drie Spaanse versies van Atardi niet aanwezig. De taaiversobering in deze composities doet eerder denken aan Antonio Machado (1875- -1939), die juist op zoek was naar een poëzie als produkt van een meer authentieke menselijke emotie. Ook Machado heeft een gedicht waarin hij naar een verklaring zocht van zijn gemoeds- toestand, die in verband stond met de avondschemering. Daarin deed hij een poging om de essentiële oorzaak van zijn melancholische stemming te achterhalen Hoe gaat hij te werk? Hij spreekt eerst over een Vieja angustia' (oude angst, benauwdheid) die in zijn gemoed 'huist. En dan zegt hij dat hij de oorzaak ervan niet eens vagelijk begrijpt. Dan volgt de verinnerlijking, de introspectie, een intensieve spirituele poging om een verklaring te vinden. En komt hij erachter? Na een diepe overpeinzing beseft Machado dat zijn existentiële angustia het zoeken naar God is. Tot een dergelijke introspectie komt Corsen ook in de drie Spaanse versies. In Al atardecer zegt hij in het vierde couplet:

iConservo vaga memoria De oculto, anejo sufrir Sm poder reconstruir Las póginas de esa historia?

Ook Corsen stelt dat hij de 'oude en verre pijn' niet kan reconstrueren. Hij spreekt van pesar, vanansiedad, van sufrir en van melancolia. Merkwaardig is dat Machado weliswaar andere woorden kiest, maar die toch dezelfde begrippen omvatten {angustia, hipocondria, dolor, nostalgia). Corsen gaat nog verder met de introspectie: No comprendo qué armonia, Qué secreta relación Haya entre mi corazón Vla expiración de vn dia. Ondanks zijn inspanning constateert hij telkens weer zijn onvermogen. Machado zegt, aan het eind van zijn (korter) gedicht, dat hij wéét wat die angustia van hem inhoudt.Bij Corsen blijft deze echteronverklaarbaar en mysterieus: Pero inftnita amargura Me acompana, me enternece Cuando el sol desparece 'Hasta luego' nos murmura. Na de achtereenvolgende vragen die een grote onzekerheid bloot leggen, volgt plotseling een zekere verbazing. De dichter schrikt als het ware van hetgeen hij zojuist gezegd heeft en vraagt zich af: Hastapronto? Vervolgens constateert hij dat het leed helemaal niet voorbij is. En uiteindelijk wordt er geen verklaring gevonden, zoals bij Machado het geval is. De angstgevoelens inCorsensAl atardecer blijven voortduren. In het laatste couplet staat te lezen: Infundado es mipesar, Mas me invade y crece, crece A medida quefenece _La canción crepuscular. De Papiamentstalige versie van de avondschemering (Tb pakiko mi no salMa esta tristu mi ta bira...) werd in 1905 in La Cruz gepubliceerd. De publikatie ervan in dat jaar wil nog niet zeggen dat Corsen het ook in 1905 geschreven heeft. Ook het feit dat het gedicht van Machado (genummerd LXXVII) voor het eerst in 1907 gepubliceerd werd, impliceert niet dat het ook dat jaar geschreven is. Jo Corsen moet wel heel intensiefbezig zijn geweest met het thema van de avondschemering. In het gedicht Mis hijos y mis suenos uit 1884, had hij het reeds over de 'pavor' (angst), die de schemering veroorzaakt. Hij geeft zelfs een korte beschrijving ervan. Maar eerst in _La puesta del Sol, inAI atardecer en in Cae el Sol wordt die angst voelbaar gemaakt. In het Spaans bestaan eigenlijk meer dan drie versies, indien wij rekening houden met de lichte wijzigingen die Corsen elders hier en daar aangebracht heeft. In de nagelaten manuscripten bevindt zich ook een Franse versie (het werd niet opgenomen in zijn bundel Poesias). Dat JoCorsen zich zo intensiefheeftbeziggehouden met dit thema, is niet zo verwonderlijk. Verschillende dichters hebben zich door de avondschemering laten inspireren. Maar dat Corsen als eerste dit thema heeft gegoten in de voertaal van Curacao, het Papiaments, déér mogen we wel even bij stilstaan. Wij hebben in het verleden reeds gewezen op de historische waarde van Atardi (Beurs, 16/6/1990). Later hebben wij enige aandacht geschonkenaan het feit dat zovele dichters het thema behandeld hebben (Beurs, 21/5/1994). Het behoeft geen betoog dat er nog meer over Jo Corsen te zeggen valt. De organisatoren van de Dia di Brievengat geven er blijk van dat zij zich hiervan ook bewust zijn. Moge hun voorbeeld ertoe dienen dat Jo Corsens werk zijn weg vindt naar het hoofd en hart van allen die met meer dan gewone belangstelling het wel en wee van Curapao en de overige eilanden gadeslaan en beleven.


Sentro Kultural Korsou =

editá

Fundá na 1950. For di kuminsamentu, e método di trabou di C.C.C. tabata diferente orienta cu esun di Centro Cultural Aruba, cu al fin y al cabo ta fungi como grupo, mientras cu ta mantene e independencia di e organisacionnan cultural existente. E C.C.C. prinsipalmente ta hasi esfuerso pa stimulá aktividat propio riba tereno kultural; e ta purba tambe di yena e bashinan eksistente. Desde su fundashon, e C.C.C. entre otro, a logra of a yuda pa logra lo siguiente: • e liga di pelíkula Curaçao, • e Biblioteka Sientífiko (awor uni den e Biblioteka di Universidat) • y Fundacion Scol di Musica Curaçao.

Varios instancia colaborando cu e C.C.C. ta envolvi den entre otro teatro, ballet y exposicionnan. E C.C.C. ta proveé ​​proyekshon di pelíkula ku e *cinetruck i ta kolabora ku otro organisashonnan pa organisá presentashonnan di tantu artistanan lokal komo bishitante di Hulanda i otro paisnan (mira tambe Sentronan Kultural).


Opgericht in 1950. Van de aanvang af was de werkwijze van het C.C.C. an¬ders gericht dan die van het Cultureel Centrum Aruba, dat immers samenbun¬delend optreedt, met behoud overigens van de zelfstandigheid van de bestaande culturele organisaties. Het C.C.C. streeft vooral naar het stimuleren van de zelfwerkzaamheid op cultureel ge¬bied; het tracht verder nog bestaande la¬cunes op te vullen. Sedert de oprichting heeft het C.C.C. o.m. het volgende tot stand gebracht of helpen brengen: • de filmliga Curaçao, • de Wetenschappelijke Bibliotheek (inmiddels opgegaan in de Universiteitsbibliotheek) • en de Stichting Muziekschool Curaçao.

Diverse instel¬lingen samenwerkend met het C.C.C. houden zich o.m. bezig met toneel, bal¬let en tentoonstellingen. Het C.C.C. verzorgt o.m. filmvoorstellingen met de *cinetruck en werkt samen met andere organisaties voor het organiseren van uitvoeringen zowel door lokale als door bezoekende kunstenaars uit Nederland en andere landen (zie ook Culturele Centra). (encyclopeie van curacao)

On December 30th , 1949, the “Cultureel Centrum Curaçao / Sentro Kultural Kòrsou” was founded, with the following objectives:

  • Promotion of cultural life within the Netherlands Antilles , and in particular in Curaçao.
  • Work together with other organizations with same objective in The Netherlands, Aruba and the Caribbean to coordinate cultural exchanges between these organizations.

Throughout its history of more than 55 years, CCC has contributed to the cultural development of Curaçao in both a material and emotional way. The areas of culture in which CCC operates are music, literature, theatre, dance, visual art, and social events where all these cultural aspects are represented.[5]


E artíkulo aki ta skirbí na papiamentu. Lo ta apresiá si por mantené e artíkulo aki na estilo di papiamentu.


Angel Luis de la Rosa González (1971 na Cuba) ta un eskultor kubano-kurasoleño. For di 2009 e ta biba i traha na Kòrsou.

Bida i karera

editá

E ta bini di un famia di artesanonan ku su produktonan ta di gran prestigio. Su famianan tin profesionan manera saddler, shoemaker, carpintero, grafista i wever.[6] Ora Angel Luis tin 12 aña, e ta bai un skol sekundario kaminda ta duna enseñansa di arte, e akademia José Joaquín Tejada, na Santiago di Cuba. E programa ta full-time, 6 dia pa siman i ta dura 7 aña. Ounke e ta ekselente den grafismo na skol, su preferensia personal ta skultura. Despues di a terminá su estudio, el a bira maestro di dibuho i skultura.

De la Rosa ta kuminsa su karera profeshonal na Casa de la Cultura Miguel Matamoros na Santiago de Cuba, den e departamento di artesanía. Den kuadro di e trabou aki e ta bira miembro di Asociación Cubana de Artesanos Artistas. Despues el a bira presidente di e asosiashon, posishon ku a okupá pa 10 aña. Entretantu e ta partisipá anualmente na E ta un artista ku ta partisipá den grupo di eksposishon pa artesanonan i ku regularmente ta risibí premionan i rekonosementu.

Ademas e ta traha riba diferente enkargo. Na 2005 el a traha su prome exposicion solo titula ⁇ Consagración a la Primavera ⁇ (Invicion di Primavera), na e instituto provincial Biblioteca Elvira Cape.

Na momento cu Angel Luis ta yegando su 40 aña, e ta realisa mas y mas cu e ta sinti su mes encerra den su propio pais. Un bishita di trabou kòrtiku na Martinique a lanta su konsiensia ku un sosiedat por funshoná diferente for di loke e ta kustumbrá na dje na Cuba. Esaki ta oumentá su preokupashon. E ta tuma e desishon di emigrá i en realidat su intenshon ta pa bai Brazil. Miéntras e ta preparando pa esaki, e ta tende di un proyekto di konstrukshon na Kòrsou ku ta rekerí personal spesial di urgensia. Ángel Luis a kambia su plannan i huntu ku kuater kompatriota el a bai Kòrsou na 2009, ku tres di su figuranan di madera den su maleta.

Na Curaçao e ta traha na e konstrukshon di L ⁇ Aldea, un proyekto turístiko na Santa Catharina ku ya a wòrdu realisá. E ta hiba su figuranan di palu na Gallery Alma Blou, pa mira si por tin interes den su obra. E galerista Lusette Verboom ta entusiasmá i for di e momentu ei e ta trese tur loke e ta traha na e galeria.

Despues ku su kontrato ku e proyekto di konstrukshon a kaba, Angel Luis a disidí di keda na Kòrsou i kuminsá su mes negoshi. Ademas, e ta aktivo den arte i regularmente ta partisipá na grupo di exposicion na e galeria. Na yüni 2021, e ta un di e 45 artistanan lokal ku ta habri nan estudio durante e Open Atelier Route.

Muhénan ta importante den bida di Angel Luis. Komo yu úniko, no solamente su mama a lanta e, sino tambe su wela. Awor ku e mes tin yu, entre nan tres yu muhé, e ta eksperensiá e muhé tambe for di e perspektiva di e tata. E ta orguyoso di tur su 8 yu i ta konsiderá nan komo e kos mas importante den su bida.

Ángel Luis ta biba na Kòrsou pa 14 aña kaba i a traha un bida aki, den kua e ta sinti su mes na kas. E tin un gran admiracion pa e comunidad di Curaçao, unda tanto nacionalidad ta biba hunto y unda e tambe ta sinti su mes bon bini. E ta broma cu e libertad cu e tin aki pa biba y traha, pero tambe e oportunidadnan cu e ta haya pa desaroya su mes artisticamente. Na 2023, durante su prome bishita na Hulanda, Angel Luis a hala atencion cu su obranan na e Dianan Nacional di Arte na Gorinchem y PAN Amsterdam.

Category:Arte na Kòrsou Despues di a termina su estudio na skol, el a bai traha na Casa de la Cultura Miguel Matamoros na Santiago de Cuba, den e departamento di artesanía. For di e trabou aki e ta bira miembro di Asociación Cubana de Artesanos Artistas. Despues el a bira presidente di e asosiashon i e posishon aki el a okupá pa 10 aña. Entretantu e ta partisipá anualmente na E ta un artista ku ta partisipá den grupo di eksposishon pa artesanonan i ku regularmente ta risibí premionan i rekonosementu.

Ademas e ta traha riba diferente enkargo. Na 2005 el a traha su prome exposicion solo titula ⁇ Consagración a la Primavera ⁇ (Invicion di Primavera), na e instituto provincial Biblioteca Elvira Cape.

Na momento cu Angel Luis ta yegando su 40 aña, e ta realisa mas y mas cu e ta sinti su mes encerra den su propio pais. Un bishita di trabou kòrtiku na Martinique a lanta su konsiensia ku un sosiedat por funshoná diferente for di loke e ta kustumbrá na dje na Cuba. Esaki ta oumentá su preokupashon. E ta tuma e desishon di emigrá i en realidat su intenshon ta pa bai Brazil. Miéntras e ta preparando pa esaki, e ta tende di un proyekto di konstrukshon na Kòrsou ku ta rekerí personal spesial di urgensia. Ángel Luis a kambia su plannan i huntu ku kuater kompatriota el a bai Kòrsou na 2009, ku tres di su figuranan di madera den su maleta.

Na Curaçao e ta traha na e konstrukshon di L ⁇ Aldea, un proyekto turístiko na Santa Catharina ku ya a wòrdu realisá. E ta hiba su figuranan di palu na Gallery Alma Blou, pa mira si por tin interes den su obra. E galerista Lusette Verboom ta entusiasmá i for di e momentu ei e ta trese tur loke e ta traha na e galeria.

Despues ku su kontrato ku e proyekto di konstrukshon a kaba, Angel Luis a disidí di keda na Kòrsou i kuminsá su mes negoshi. Ademas, e ta aktivo den arte i regularmente ta partisipá na grupo di exposicion na e galeria. Na yüni 2021, e ta un di e 45 artistanan lokal ku ta habri nan estudio durante e Open Atelier Route.

Muhénan ta importante den bida di Angel Luis. Komo yu úniko, no solamente su mama a lanta e, sino tambe su wela. Awor ku e mes tin yu, entre nan tres yu muhé, e ta eksperensiá e muhé tambe for di e perspektiva di e tata. E ta orguyoso di tur su 8 yu i ta konsiderá nan komo e kos mas importante den su bida.

Ángel Luis ta biba na Kòrsou pa 14 aña kaba i a traha un bida aki, den kua e ta sinti su mes na kas. E tin un gran admiracion pa e comunidad di Curaçao, unda tanto nacionalidad ta biba hunto y unda e tambe ta sinti su mes bon bini. E ta broma cu e libertad cu e tin aki pa biba y traha, pero tambe e oportunidadnan cu e ta haya pa desaroya su mes artisticamente. Na 2023, durante su prome bishita na Hulanda, Angel Luis a hala atencion cu su obranan na e Dianan Nacional di Arte na Gorinchem y PAN Amsterdam.


E artíkulo aki ta skirbí na papiamentu. Lo ta apresiá si por mantené e artíkulo aki na estilo di papiamentu.


Ariadne Faries (☆ 1968 na Kòrsou - † 17 di novèmber 2020 na Kòrsou) tabata un artista plastiko, ilustradó i diseñado gráfiko di Kòrsou.[1]

Biografia

editá

Ariadne Faries a nase i lanta na Korsou.

Faries a muri inespera na edat di 51 of 52? ana.

  • obranan di pintura
  • buki di mucha: Di un te dies
  • ilustrashon nan grafiko
  • disenado di stampia
  • fotografia
  • exposishonnan: New York na Queens Musem of Art (2012)
  • websait: https://ariadnefaries.exto.org/

Ariadne Faries, artista di Kòrsou, a fayesé djabièrnè. Faries tabata pintor, ilustrador i diseñador gráfiko. Den e mundu di arte na Kòrsou a reakshoná ku hopi shock riba su morto. Su koleganan ta bisa ku e ta un artista eksepshonal ku semper tabata hopi ekspreshoná den su trabou. Pa Ariadne Faries arte tabata universal. El a bisa di su obra: "Mi pinturanan ta abstract i p'esei no por ser komprondé fásilmente". "Pero ora un hende tuma e tempu pa realmente wak mi obra, semper mi intenshon original ta ser deskubrí. Esei ta kon mi ta eksperensiá e universalidat di arte. "

Faries a nase na Kòrsou na 1968 i semper a keda konektá ku e isla. El a studia diseño gráfiko na Costa Rica i despues el a hasi exposishonnan na Hulanda, Merka, Karibe i Sur Amérika.

Ariadne Faries, artista di Kòrsou, a fayesé djabièrnè. Faries tabata pintor, ilustrador i diseñador gráfiko. Den e mundu di arte na Kòrsou a reakshoná ku hopi shock riba su morto. Su koleganan ta bisa ku e ta un artista eksepshonal ku semper tabata hopi ekspreshoná den su trabou. Pa Ariadne Faries arte tabata universal. El a bisa di su obra: "Mi pinturanan ta abstract i p'esei no por ser komprondé fásilmente". "Pero ora un hende tuma e tempu pa realmente wak mi obra, semper mi intenshon original ta ser deskubrí. Esei ta kon mi ta eksperensiá e universalidat di arte. "

Faries a nase na Kòrsou na 1968 i semper a keda konektá ku e isla. El a studia diseño gráfiko na Costa Rica i despues el a hasi exposishonnan na Hulanda, Merka, Karibe i Sur Amérika.

She was an artist pur sang and her specific style, with the ‘wooden peg’-lines, was unique and something that she kept exploring and deepening. Her oeuvre is a valuable contribution to the art world. On many occasions Ariadne was invited by international curators to participate in exhibitions abroad. Ariadne's death came sudden

E tabata un artista pur sang i su estilo spesífiko, ku e ⁇ wooden peg ⁇ -lines, tabata úniko i algu ku e tabata sigui eksplorá i profundizá. Su obra ta un kontribushon balioso pa e mundu di arte. Na hopi okashon, e kuradónan internashonal a invitá Ariadne pa partisipá na eksposishonnan den eksterior. Ariadne su morto a bin di un manera súbito

De Curaçaose kunstenares Ariadne Faries is woensdag overleden. Faries was schilder, illustrator en grafisch ontwerper. In de Curaçaose kunstwereld is geschokt gereageerd op haar overlijden. Collega's noemen haar een bijzondere kunstenares die altijd heel uitgesproken was in haar werk. Voor Ariadne Faries was kunst universeel. Over haar werk zei ze: "Mijn schilderijen zijn abstract en kunnen daarom niet gemakkelijk worden begrepen." "Maar wanneer iemand de moeite neemt om echt naar mijn werk te kijken, wordt altijd mijn oorspronkelijke bedoeling ontdekt. Dat is hoe ik de universaliteit van kunst ervaar. "

Faries is in 1968 geboren op Curaçao en is altijd verbonden gebleven met het eiland. Ze studeerde grafisch ontwerp in Costa Rica en had later exposities in onder meer Nederland, Amerika, het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.


E artíkulo aki ta skirbí na papiamentu. Lo ta apresiá si por mantené e artíkulo aki na estilo di papiamentu.


 
Eskultura den un palu di wayaka dilanti palasio di gobernador na Willemstad

Mac Interer Alberto (☆ 16 di ougùstùs 1932 na Kòrsou - † 21 di ougùstùs 2020 na Kòrsou), tambe konosí komo Mac of Soft Melody, tabata un lider sindikal, eskultor i artista plastiko di Kòrsou.[1]

Biografia

editá

Promé ku su apogeo artístiko, Alberto tabata traha, entre otro, komo botero i na e kompania di awa i elektrisidat (Water en Elektriciteitsbedrijf). Dia 2 di desèmber 1969 el a fundá e sindikato Bond di Trahadornan di Gobièrnu (BTG) i tabata su promé presidente.[2]

Su regreso na Curaçao despues di un estadía na Hulanda a inspir'é pa krea skulpturanan ku ta keda admirá dékadanan despues. For di añanan 80 Mac Alberto a krea eskulturanan remarkabel, kuminsando ku su promé opheto grabá den tronkon di un palu dilanti di Palasio di Gobernador na 1981. El a hasi uso di un pida glas di un bòter di serbes pa kèrf e obra akí. Te dia di awe por atmirá su kreashonnan komo arte públiko den Punda. Lamentablemente dos di e palunan ku eskultura situá banda di Palasio di Gobernador ya pa basta tempu a muri. Riba inisiativa di Gabinete di Gobernador di Kòrsou, pronto lo remplasá e palunan akí. Te na final di su karera artístiko na 2010, el a sigui traha for di su estudio na Ansinghstraat.

Mac Alberto a fayesé dia 21 di ougùstùs 2020 na edat di 88 aña.

  • fundado i presidente di Bond di Trahadornan di Gobiernu
  • tabata liga na partido FOL i Movemento Pro Korsou
  • Alberto tabata den prison di ... te ....
  • na 1973 eilandsraadverkiezinge e tabata lijsttrekker di MPK.[1]

Su prome eskultura, traha for di un tronco di palu banda di e palasio di Gobernador na 1981 cu nada mas cu un pida glas di un boter di biña, a marca e comienzo di un impresionante serie di obranan di arte publico na Curaçao.

Mac Interer Alberto, tambe konosí komo Mac of Soft Melody, nase riba 16 di ougùstùs 1932, a hiba un bida ku tabata mes diverso ku su arte. Promé ku el a logra su apogeo artístiko, el a traha komo botero i na e kompania di awa i elektrisidat (Water en Elektriciteitsbedrijf), entre otro, i el a fundá e sindikato Bond di Trahadornan di Gobiernu BTG. Su regreso na Curaçao despues di un estadía na Hulanda a inspir'é pa krea skulpturanan ku ta keda admirá dékadanan despues. Te na final di su karera artístiko na 2010, el a sigui traha for di su estudio na Ansinghstraat. Mac Alberto a fayesé riba 21 di ougùstùs 2020, pero su trabou i spiritu ta sigui biba. E homenahe aki ta un record di su contribucion na arte y cultura di Curaçao.

For di añanan 80 Mac Alberto a krea eskulturanan remarkabel, kuminsando ku su promé opheto grabá den tronkon di un palu dilanti di Palasio di Gobernador na 1981. El a hasi uso di un pida glas di un bòter di serbes pa kèrf e obra akí. Te dia di awe por atmirá su kreashonnan komo arte públiko den Punda. Lamentablemente dos di e palunan ku eskultura situá banda di Palasio di Gobernador ya pa basta tempu a muri. Riba inisiativa di Gabinete di Gobernador di Kòrsou, pronto lo remplasá e palunan akí. Lo pèrkurá kuidadosamente pa konservá e obranan di arte.

Den estrecho kolaborashon ku Museo di Kòrsou lo konservá e dos tronkonnan morto ku eskultura aden. Despues nan lo haña un hogar nobo den e kurá di eskultura botániko di museo, kaminda lo ekshibí nan pa públiko. Lo añadí tambe un kolekshon di potrèt di otro obranan di arte di Mac, akompañá pa splikashon dje obranan i ku informashon di fondo di e artista mes. Ku esaki ta rekonosé Mac Alberto komo un artista outodidakto di Kòrsou, di ken su trabou tin un impakto duradero den espasio públiko. E seremonia privá di inougurashon di e eksposishon ta planiá provishonalmente pa mei 2024. Gobernador di Kòrsou, miembronan di famia di e artista i otro invitadonan lo asistí na e seremonia akí.

E artista E artista Mac Interer Alberto, mihó konosí komo Mac òf Soft Melody, a nase dia 16 di ougùstùs 1932. Su biografia, publiká pa drs. Lionel Janga na 2021, ta deskribí no solamente su eskulturanan, sino tambe su eksperensianan laboral anterior, manera su tempu komo trahadó riba barku, marinero, su trabou na Shell (e tempu ei ainda CPIM) i despues na Water en Electriciteitsbedrijf (WEB). Na 1969 el a lanta e sindikato Bònt di Trahadornan di Gobièrnu (BTG), di kual e tabata e promé presidente. Despues di un estadia na Hulanda di 1979 te 1981, na su regreso el a kuminsá traha eskultura den tronkon di palu den Punda. El a kontinuá su arte di kòrta palu for di su studio na kas na Ansinghstraat te fin di 2010. Mac Alberto a fayesé dia 21 di ougùstùs 2020 na edat di 88 aña.[2]



Sentro Pro Arte tabata e teatro nashonal di Korsou ku tabata aktivo entre 1968 i 2001. E tabata situa na Willemstad den bario di Groot Davelaar.

Historia

editá

Na 1964 e konseho konsultativo pa koperashon kultural entre e paisnan di Reino a duna e gobièrnu hulandes e idea di pone fondonan disponibel pa e konstrukshon di un teatro na Kòrsou. Anteriormente Stichting Schouwburg Curaçao tabatin e arkitekto F. Singo a haña un enkargo pa un diseño. E gobièrnu Hulandes a duna un kantidat di subsidio di NAF 1.500.000,-. Riba 28 di sèptèmber 1965, H.M. e Reina (Juliana) a desmontá un plaka na e lugá kaminda e teatro lo a lanta. Poco despues, a kuminsá ku e konstrukshon di Rijkseenheidboulevard. Tereno di konstrukshon i lugá di parkeer (350 outo) a ser ofresé na e Fundashon pa e teritorio insular di Kòrsou. Divershon di kontribushon den sèn di gobièrnu i privá den Antias Hulandes i e kontribushon hulandes menshoná ariba, ku a wòrdu entregá pa medio di Sticusa, a hasi e konstrukshon i e instalashon posibel; Wim Vesseur, un eksperto den teatro, a aktua komo konsehero.

E teatro ta conta cu 750 asiento, ta ekipa pa e vision mas moderno cu entre otro un lift di orquesta y ta calcula pa practicamente tur tipo di manifestacion (teatro, ballet, concierto, congreso, show, etc.). E inaugurashon a tuma lugá na 10 di sèptèmber 1968. E teatro aki a stimula e poblacion pa bishita e diferente presentacionnan y actuacionnan mas biaha.

In 1965 werd in Willemstad in Curaçao begonnen met de bouw van Centro Pro Arte: een grote schouwburg. In datzelfde jaar bezocht Koningin Wilhelmina het eiland alsmede de bouwplaats, waar zij een gedenkplaat onthulde. Later kreeg die een plaats in het theater.[1] De schouwburg, aan een weg gelegen die de naam van Schouwburgweg kreeg, werd in 1968 geopend door Gouverneur N.C. (Cola) Debrot. De financiering kwam van Nederland, Curaçao en de Shell. Openingsvoorstellingen zijn Esta Ricu nos bida ta van Bunchi Römer, een stuk met meer dan 70 amateurspelers en Cosas de Papá y Mamá van Alfonso Paso in vertaling en regie van Nydia Ecury (Gai bieu ta traha sòpi stèrki). Er waren 700 plaatsen, een lijsttoneel met orkestbak en een groot toneel die een brede programmering mogelijk maakte. In de eerste jaren was de zaal zeer succesvol, met optredens van Nederlandse artiesten (o.a. Jenny Arean, Tineke Schouten en Paul van Vliet) en muziek-en dansgroepen van elders. Vanaf de jaren '90 ging het steeds slechter met het theater, door onder andere een merkwaardige beleidsbeslissing waarbij verordineerd werd dat de bezoekers keurig gekleed moesten zijn; anders kon toegang ontzegd worden. Dit had een teruggang van bezoekers tot gevolg. Daarnaast had het gebouw te maken met een niet structuele programmering, veroorzaakt door slechte communicatie en financiële problemen. Daarbij was er, ook vanwege geldtekort, een groot gebrek aan onderhoud. Zo had het gebouw ernstig te lijden onder wateroverlast, waardoor de kelders regelmatig onder water stonden. De verschillende problemen leidden uiteindelijk in 2001 tot de definitieve sluiting van het Centro Pro Arte. Plannen voor heropening kwamen maar niet van de grond; een grote brand in 2016 maakte er helemaal een eind aan. De restanten kwamen in het bezit van een pensioenfonds die nog wel onderzocht of er een Cultuurcentrum van gemaakt zou kunnen worden.


In 1964 gaf de Adviesraad voor culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk de Nederlandse regering in overweging fondsen ter beschikking te stellen voor de bouw van een schouwburg op Curaçao. Tevoren had de Stichting Schouwburg Curaçao de architect F. Zingel opdracht voor een ontwerp gegeven. Door de Nederlandse regering werd een subsidiebedrag toegekend ad NAf 1.500.000,-. Op 28 september 1965 onthulde H.M. de Koningin (Juliana) een gedenkplaat op de plaats waar de schouwburg zou verrijzen. Kort daarop nam de bouw aan de Rijkseenheidboulevard een aanvang. Bouwgrond en parkeerterrein (350 auto's) zijn door het Eilandgebied Curaçao aan de Stichting aangeboden. Diverse bijdragen in geld van overheid en particulieren in de Nederlandse Antillen en de bovengenoemde door tussenkomst van de Sticusa verstrekte Nederlandse bijdrage maakten bouw en inrichting mogelijk; de theaterdeskundige Wim Vesseur trad op als adviseur.[2] De schouwburg telt 750 zitplaatsen, is volgens de modernste inzichten uitgerust met o.a. een orkestlift en is berekend op vrijwel elke soort manifestaties (toneel, ballet, concerten, congressen, shows enz.). De opening vond plaats september 1968. De bevolking is door deze schouwburg gestimuleerd de verschillende op- en uitvoeringen vaker te bezoeken.

  • De in 1968 in Davelaar op Curaçao opgerichte schouwburg Centro Pro Arte Plaza Consortium (HPC) met 750 stoelen sloot 19 jaar geleden zijn deuren. De schouwburg kwam tot stand met giften van de Nederlandse overheid, Shell, het Bureau Cultuur en Opvoeding en lokale particuliere bedrijven. Hij zou een van de modernste in het Caribische gebied worden, met onder andere een orkestlift, en zou zijn berekend op alle facetten van cultuuruitingen, zoals concerten, toneel en ballet (Maduro­Molhuijsen 2006). 34 jaar later, in 2001, viel het doek. Vanwege geldtekort was er sprake van achterstallig onderhoud. In 2015 nam de Curaçaose overheid het besluit om Centro Pro Arte te renoveren. Amper een jaar later vatte het leegstaande pand tijdens een grote arbeidersstaking vlam. Er waren drie opties: doorgaan met de renovatieplannen, slopen en een nieuw theater bouwen, of een nieuw theater bouwen in de binnenstad.[1]
  • Sentro pro Arte wordt niet meer gerenoveerd. Althans niet door de overheid. Die heeft het daarom overgedragen aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao.

Museum Terramar is een archeologisch-historisch museum in Kralendijk, hoofdstad van Bonaire. Haar permanente collectie richt zich vanuit verschillende perspectieven op de voornaamste perioden in de geschiedenis van Bonaire binnen de Caribisch regio. Er wordt aandacht besteed aan de vroegste koloniale geschiedenis, de eerste inwoners van Bonaire, de leefwijze van de indianen voor de slavenhandel en de rol van Bonaire in de zouthandel in de regio.[2]

Historie

editá

Dia 5 di ougùstùs 2016 e museo a habri ofisialmente den sentro di Kralendijk, na kaya Isla Riba 3.[3] E ta situá den e edifisio monumental, tipo kas di hala, konosí komo eks-Kas van der Dijs i kual a wòrdu kompletamente restourá.

E exposishon permanente di e museo ta enfoká, for di diferente perspektiva, riba e periodonan mas importante di e historia di Boneiru dentro di region karibense. E ta duna atenshon entre otro na inisio di historia kolonial, e promé habitantenan di Boneiru, e estilo di bida di e indjannan promé ku sklabitut i e rol di e isla den komersio di salu den e region.[4]

Direktor di e museo ta Jude Finies.

Mira tambe

editá

[[Category:Museo|Boneiru]]


E ta kuminsa na Het museum richt zich op de geschiedenis van Bonaire binnen de Caribische regio. Met onder meer aandacht voor de vroegste koloniale geschiedenis, de eerste inwoners van Bonaire, voor de leefwijze van de indianen, voor de slavenhandel en de rol van Bonaire in de zouthandel in de regio.

E kolekshon

  • restourashon
  • Fundashon Museo Terramar - direktor Jude Finies
  • E eksposishon permanente nobo su enfoke ta for di diferente perspektiva riba e periodonan importante di e historia di Boneiru. Ta duna atenshon entre otro na prinsipio di historia kolonial, e prome habitantenan boneriano, e e estilo di bida di e indjannan, sklbatut i e rol di e isla den komersio di salu den e region.[1]

enfoke ta for di diferente perspektiva riba e periodonan importante di e historia di Boneiru, kuminsando na e promé sosiedat i ta kaba na e kambio institushonal na 10-1010.[2], kuminsando na e promé sosiedat i ta kaba na e kambio institushonal na 10-1010.[3]

fr.wiki: El Museo Histórico y Arqueológico Terramar se encuentra en un edificio completamente renovado que ofrece una espectacular exposición que abarca 7.000 años de historia del Caribe y de Bonaire1.


NOTES Het Terramar museum is gehuisvest in het voormalige Kas van der Dijs. Dit monument is gelegen in het centrum van Kralendijk, inmiddels omringd door het nieuwbouw van het Terramar-complex. Het museum richt zich op de geschiedenis van Bonaire binnen de Caribische regio. Met onder meer aandacht voor de vroegste koloniale geschiedenis, de eerste inwoners van Bonaire, voor de leefwijze van de indianen, voor de slavenhandel en de rol van Bonaire in de zouthandel in de regio.[4]

Met de restauratie van het Huis Van der Dijs is men nu al zover gevorderd dat in de maand september de verhuizing kan plaatsvinden. Zoals de Amigoe reeds eerder publiceerde zal in het Huis van der Dijs ondergebracht worden de kantoren van de DOW, Waterdistributiedienst en verder ook het Magazijn en Departement van Bouw en Woningtoezicht. De Pasangrahan waar deze diensten momenteel in zijn ondergebracht, wordt binnenkort gerestaureerd. De gunning is deze maand gegeven.[5]

Huntu ku investigashon arkeológiko, investigashon sientífiko i desaroyo di komunidat, ta pone trese na kla ku herensia ta bibu den Boneiru su habitantenan. Terramar Museum i Universidat Utrecht ta uni forsa pa krea un proyekto patrimonial partisipio aktivo ku e ophetivo di konektá habitantenan di Boneiru ku nan herensia tangibel i intangibel. Pa e proyekto akí, Terramar Museum ta traha pa konkretisá kolaborashon ku organisashonnan lokal yegando na tur esnan interesá den herensia i tur ku ta partisipá den herensia. Ta bai krea diferente evento patrimonial, kaminda e grupo di enfoke ta e Boneriano lokal. Di e kolaborashon i investigashon akí, ta realisá un kolekshon móbil. Un storia nobo, un kolekshon nobo kaminda un perspektiva diferente ta konta e storianan di Boneiru. E kolekshon ta aksesibel pa henter e isla. Otro punto di enfoke prinsipal di e kolekshon ta, ku ta brinda e oportunidat na diferente organisashon ku por presentá e kolekshon serka nan. E kolekshon ta konsentrá riba 23 opheto, ku ta konta e konekshon entre opheto, herensia i habitante. Terramar Museum ta konektá e eksperensia i historia personal di e ophetonan. E kolekshon di e ophetonan ta realisá por medio di konosementu i métodonan di kultura i investigashon históriko i arkeológiko. Ta hasi un yamada na tur organisashon i persona interesá pa partisipá, no duda di tuma kontakto ku e museo, ku ta den e fase inisial i ta deseá di risibí sugerensia di tur.[6]

Mira tambe

editá